80 – Klein land

Ik droom van een klein land, met weinig mensen,
waar moderne apparaten zijn, maar we hebben ze niet nodig.
Waar we ons bewust zijn van de dood, dus we blijven we hier
Waar rij- en vaartuigen zijn, maar we hoeven niet weg
Waar wapens en schilden zijn, maar we spreiden ze niet ten toon
Waar we de eindjes aan elkaar knopen.

Daar vinden wij ons eten lekker en onze kleren mooi,
Daar zijn we tevreden met onze huizen, met onze manier van leven.
We zien het volgende kleine land, horen hun huisdieren kraaien en blaffen,
maar in lengte van dagen hebben we genoeg aan onszelf.

Toelichting: in onze wereld zweert iedereen bij groot. Bedrijven, provincies en gemeenten, scholen: alles moet groter en groter. Want groter is beter, denkt men. Lao-tse zag het anders: de menselijke maat als ideaal. Kleine gemeenschappen die genoeg aan zichzelf hebben.
Dit spreekt direct tot mij. Steeds weer wordt er een appèl op mij gedaan om groter, meer, belangrijker te worden; en ik ben daar gevoelig voor. Terwijl ik weet dat ik dit kleine land ten diepste wil.

In deze coronatijd een zeer toepasselijk vers: “in lengte van dagen hebben we genoeg aan onszelf.” Martin Rudolph (zie vers 76) schreef muziek op de vertaling van Stefan Stenudd en leerde het zijn koor Close Focus, via Zoom. Door te klikken op het beeld, kun je ernaar luisteren.

Close Focus vers 80

Laatste vers